Monumenten

Koning D. Sancho I (1185-1211), die opdracht gaf tot de Reconquista Cristã, oftewel de christelijke herovering van het gebied rond Covilhã, liet dit kasteel en de stadsmuren bouwen. Later, ten tijde van koning D. Dinis (1279-1325), zijn ze verstrekt.

Er waren vijf toegangspoorten met torentjes, waarvan slechts een paar overblijfselen resteren in de omliggende huizen in de straten Calçada de Santa Cruz, Rua do Norte, Rua António Augusto de Aguiar e Rua João de Almeida. Een van de torentjes van het voormalige kasteel is gebruikt voor de bouw van het gemeentehuis en markeert letterlijk de plaats van de administratieve overheid van Covilhã in de loop der tijden.

Het verdwijnen van het kasteel en de muren is vooral te wijten aan de oprukkende verstedelijking en ook aan het feit dat de stenen ervan gebruikt zijn voor de bouw van de fabriek Real Fábrica de Panos, hetgeen bij decreet in 1769 door Marquês de Pombal is goedgekeurd, aangezien het kasteel was verwoest door de grote aardbeving van 1755.