Een dag in Faro
Niet te missen
- de Arabische overblijfselen in “vila-adentro” ontdekken
- de kathedraal Sé bezoeken en de klokkentoren beklimmen voor een uitzicht over de stad en de Ria
- zoals koning D. Afonso III uitrusten bij de Arco do Repouso
- een ontspannende wandeling maken langs de rivier
- genieten van de prachtige zonsondergang op de stranden van Ilhas de Faro of Culatra
- de vuurtoren Farol do Cabo de Santa Maria beklimmen, het meest zuidelijke punt van continentaal Portugal en het landschap bewonderen
- in de zomer een dag op het ongerepte strand Ilha Deserta doorbrengen
Faro is sinds 1756 de hoofdstad van de Algarve en ook de toegangspoort voor wie met het vliegtuig in deze streek aankomt. We worden verwelkomd in de tuin Jardim Manuel Bívar, de belangrijkste ontmoetingsplaats met uitzicht op de jachthaven, de Ria Formosa en de zee.
Via de boog Arco da Vila bereikt u het oude stadsdeel, dat ook bekend staat als “vila adentro”. Binnen de stadsmuren bevindt zich de Porta árabe (Arabische poort) uit de 11e eeuw, de oudste hoefijzervormige boog van Portugal. Deze boog vormde de toegang tot de stad voor wie van over zee kwam. Vanaf dit punt vertrekt een wirwar van straatjes om in rond te slenteren en de mooiste hoekjes te ontdekken. Vele archeologische vondsten die getuigen van de geschiedenis van deze stad bevinden zich in het Museu Municipal, gehuisvest in het oude 16e-eeuwse klooster Convento de Nossa Senhora da Assunção.
Op het plein Largo da Sé bevinden zich de gebouwen van het bisschoppelijk paleis en de kathedraal. Deze werd in 1251 na de christelijke herovering gebouwd op de plaats waar vroeger de moskee stond. Binnenin vindt u een van de meest opmerkelijke interieurs uit de 17e en 18e eeuw in de Algarve. Uit deze tijd stamt ook de kerk Igreja de São Francisco met prachtig verguld houtsnijwerk en azulejos (tegel). Niet ver hier vandaan bevinden zich de twee torens die de Arco do Repouso verdedigden. Deze boog werd zo genoemd omdat volgens de overlevering koning D. Afonso III hier tijdens de herovering van Faro zou hebben uitgerust.
Buiten de oude stadsmuren bevindt zich een heel andere stad. Na de aardbeving van 1755 werd dit stadsdeel door de rijke adel en burgerij weer opgebouwd. Dit is in de rijkelijke woonhuizen en paleizen of in het romantische Teatro Lethes nog duidelijk te zien. Verder zijn de kerken Igreja de Nossa Senhora do Carmo en Igreja de São Pedro, met hun barokke en rococo-interieur, beslist een bezoekje waard.
De Rua de Santo António met stoepen in “calçada portuguesa” is een levendige, autovrije straat met vele winkels en restaurants. In de 19e eeuw vestigde zich hier een invloedrijke joodse gemeenschap. De synagoge en het museum op het Joodse kerkhof Cemitério Histórico Judaico getuigen van deze aanwezigheid.
Wanneer u terug bij de Jardim Manuel Bívar aankomt, kunt u genieten van een aangename verfrissing op een van de terrasjes bij de Ria. Als u hier rond etenstijd aankomt, kunt u een restaurant zoeken om de gastronomische specialiteiten te proberen. De belangrijkste gerechten zijn op basis van vis en zeevruchten en worden bereid in een "cataplana", een afsluitbare koperen pan die typisch is in de Algarve en van Arabische oorsprong zou zijn.
Aangezien u zich hier vlak bij de Ria Formosa bevindt, moet u zeker van de gelegenheid gebruik maken om de Ria te bezoeken. Deze lagune die is erkend als natuurpark bestaat uit een moerasachtig gebied met kanalen en eilandjes waar u verschillende soorten trekvogels kunt waarnemen. Op de lange zandbank die de Ria van de zee scheidt, bevinden zich rustige stranden zoals ilhas de Faro, Farol, Culatra en Deserta. Vanaf de kade van Porta Nova vertrekken veerboten en andere vaartuigen die rondvaarten door de Ria maken waarop u heerlijk kunt ontspannen.